Tante Truus
Ik kijk de oude dame aan: “Tante Truus?” Hoewel ik haar al 6,5 jaar niet gezien heb, weet ik zeker dat dit tante Truus is. Nog altijd die bos zwarte haren, met hier en daar een vleugje grijs. Ik, zestig jaar jonger, heb toch echt meer grijze haren. Ze kijkt me aan en je ziet haar denken…
Vorige week vrijdagavond, ik heb mijn vader aan de telefoon. Ik vraag hoe zijn vrije dag was en dan hoor ik van tante Truus. Tante Truus die tot haar 92e supergezond was. Die toen ze 78 was nog elke dag vanuit Laren naar Hilversum fietste om mijn zieke oma – haar vriendin door dik en dun – te bezoeken. Die nog steeds zelf haar tuin onderhield en het huishouden deed. Deed.
In maart vergat ze een traptrede, gebroken heup. Een tijd van revalideren brak aan. Nog niet goed en wel thuis kreeg ze last van haar galblaas en was er doodziek van. Galblaas werd verwijderd, ze kwam weer in hetzelfde verzorgingstehuis. Eenmaal aan de betere hand nam haar zoon haar mee voor een dagje uit. Leuk? Nee, uiteindelijk niet. Ze werden aangereden, gebroken nekwervel. Ze lag al in het verzorgingstehuis, maar dit verblijf werd dus drastisch verlengd.