Tranen over mijn wangen

Eerder terug dan gedacht, later dan gehoopt. Anders dan gepland, zeggen wij: ‘Welkom thuis’

Ik lees de tweet van Anne Solveig en de eerste traan druppelt over mijn wang. De tranen die allang achter mijn ogen branden. Als ik al verdrietig word als ik denk aan het verdriet van de nabestaanden, hoe is het dan wel niet in het echt. Want wat gaan zij voor een tijd tegemoet…?

Als een klap krijg je het nieuws dat je geliefde is neergestort. Je krijgt nog een klap als je hoort dat het geen ongeluk was. Klap 3: komt het lichaam wel naar Nederland en wanneer? Op het moment dat de eerste kist uit het vliegtuig wordt gedragen, hoor je luid gesnik. Weer een klap. Maar je bent er nog niet. Nog maanden kan het duren voor bekend is welk lichaam van wie is, en dan moet je voor de bevestiging nog identificeren waar mogelijk. Pas dan volgt een echt afscheid van je nabestaanden. Hoe vaak dit door mijn hoofd is gegaan. Hoe vaak ik met kippenvel op mijn armen zat. Niemand, maar dan ook niemand verdient deze hel. Nee, zelfs niet de mensen die dit vliegtuig hebben neergehaald, aldus een getroffen Australische familie zo treffend.   Lees verder…

Recht op verdriet?

Vier jaar geleden werd mijn neef gevonden. Dood. Ik schreef er vorig jaar een emotionele blog over. En nog een. En ook nu weer, vier jaar na die bewuste dag.

Maar het rare is, het voelt fout. Fout dat ik verdriet om hem heb. Verdriet om iemand die ik voor zijn dood al zeven jaar niet had gezien. Om precies te zien vanaf het moment dat we mijn oma naar haar laatste rustplaats brachten. Hoe kun je iets missen dat je al jaren niet meer had? Hoe kan ik mijn verdriet hier openbaar ventileren, terwijl er voor zijn directe familie een veel groter gat is dan voor mij? Ik was ‘slechts’ het nichtje, de dochter van de tante en oom met wie hij ruzie had.   Lees verder…

Tranen van liefde

Soms vraag ik me af wat we vroeger met dat geld deden. Dat geld dat niet op ging aan de huur, maar nu wel aan de hypotheek. Een flink verschil en we spaarden het nooit weg. Waar gaven we het dan aan uit?

Als ik naar mijn boekenkast kijk dan heb ik een deel van het antwoord. Ik had voorheen sterk de neiging om elke nieuwe chicklit te kopen die uitkwam. Dat ze gemiddeld voor € 20,- over de toonbank gingen en ik ze maar één keer las, interesseerde me niet. In sommige maanden kocht ik zo tien boeken. Tegenwoordig koop ik amper boeken meer. Buiten het feit dat ik gewoon geen € 20,- meer over heb voor een veredeld liefdesromannetje, heb ik hier nog een maand met minstens 50 tijdschriften liggen die ik nog moet uitlezen. Nee, ook daar betaal ik niet voor, dat is de luxe van mijn werk.   Lees verder…

9/11: een virtueel kaarsje voor S.

Ook ik denk vandaag heus wel aan de afschuwelijke gebeurtenissen in New York negen jaar geleden. Al is het alleen maar omdat je er door de media niet om heen kunt. Maar meer dan dat denk ik vandaag aan mijn lieve Libelle-collega S.

Op een redactie als Libelle word je, hoe kan het ook anders, alleen maar omringd door vrouwen. In mijn Libelle-tijd (2002-2007) was er slechts één man, de lucky marketingmanager. De Libelle-clan deelde in veel gevallen lief en leed met elkaar. Minimaal 10 zwangeren per jaar betekende minimaal 10 babyshowers bijvoorbeeld. Met soms heel bijzondere, zoals die van E. Die na lang wachten op de redactie hoorde dat ze haar eerste adoptiekind kreeg toegewezen. Weken leefden we ook mee met collega M. die met 25/26 weken beviel van haar eerste zoon. Na lang vechten nam ze een gezond kind mee uit het ziekenhuis.

Maar bij lief en leed delen horen ook de minder leuke, en zelfs heel verdrietige, dingen. Ik herinner me nog zo goed die dinsdagmorgen dat we bij elkaar werden geroepen in de ‘lounge’. Waar een ontdane hoofdredacteur en een huilende redactiemanager ons te woord stonden: “De vriend van S…” Even dacht ik dat hij het gebeld en dat er wat ergs met haar was. Maar nee, hij zelf was dood, uit het leven gestapt. Net terug van een weekendje weg, op de fiets gestapt en nooit meer thuisgekomen.   Lees verder…